Rechters 22:1-19


Stinkend, vies en half bezweet
rende de gek tegen de berg op
hij kwam er om verhaal te halen
bij het management er bovenop

Eenmaal boven stokte hij
leek in zichzelf gekeerd
op de achtergrond zijn wereld
die de laatste jaren was ge-escaleerd

God, help ons, doe iets, alsjeblieft
weerklonk zijn kreet
de bossen staan in brand
het is hier zo verdomde heet

De baas had dit verwacht
had hem al zien komen uit het dal
hij wist dat hier de wanhoop sprak
hij rechtte zich, keek hem aan, en stak van wal

Mijn mensenkind, daar ben je weer
hoe lang is het geleden?
dat ik het stof van deze berg smeedde
tot jouw vlees, bloed, lijf en leden

Tien-duizend jaar misschien
Ik stond versteld van jullie leven
jullie dansten, leerden, dachten
bleken steeds meer licht te geven

Ik zag jullie vuren dan beneden
geborgen in mijn hand
Jullie hoorden hier op aarde
Waren geboren voor dit land

Dat was toen maar
Al snel keerde je me de rug
je moest meer ontdekken, rennen, vliegen, graven, nemen
En nu, nu ben je terug

Nu al je akkers branden
En je steden die zijn weggespoeld
schreeuw je om water, voedsel, iets om handen
en zeg je 'zo had ik het niet bedoeld'

Maar nee, geen gemaar, en geen genade
wie denk je dat je bent
je vraagt mij om hulp als schepper
terwijl je zelf die rol hebt aangewend

Op het land damde je de rivieren
Je kapte bos, en groef maar voort
Je verbrandde alle planten
Ten gunste van je eigen soort

Je hebt gehandeld en gevochten
en gemoord voor extra vee
je bleef maar eten en maar maken
en gaf de armen dan het afval mee

Het resultaat?
een miljard mensen ondervoed
en twee miljard te vet
je deed nooit een poging tot verdeling
je hebt altijd buiten spel gezet

en je gaf de markt de macht
over meer dan voedsel alleen
op alles kwam een prijs te staan
en ze stegen, over alle hoofden heen

bedrijven werden sterren
en vergokt tot financiƫle zwarte gaten
dat mocht wat banen kosten
zolang het jullie maar zou baten

maar het doorspoelen bleek eindig
je stront stroomde terug naar je eigen straat
Geld kon je niet meer helpen
Niemand verkocht een opgefrist klimaat

Dus kwam je hier
op de top van je gebroken bol
Je poogt te smeken met je ogen
maar je woorden die zijn hol

jij hoorde op de aarde
je hoorde in mijn hand
maar je sloeg, je spuugde, snauwde
je schoof eenieder aan de kant

Ja, Je zal boeten, ja, je zal huilen
je schreeuwt: mijn god wat heb ik gedaan?
En ik hoor het en ook ik zal huilen
Om de mens die eens had bestaan.