De Lucht
licht verstrooid
kijk ik naar jou
en zie van hoek tot hoek
het diepste blauw
Straling zoveel mooier
dan het aardse grauw
je bent de glanslak op
een hemels kou
En nu je mijn blik richt
op de diepte in mijzelf
dan zie ik niets en ook echt alles
in het licht van jouw gewelf
Je sprankelt
je echoot je oneindig ijle wonder
en ik,
ik zit er domweg onder